De 4 dimensies van effectieve teams

(auteurs : J Van der Schoor en M Kloppenburg, gepubliceerd in Opleiding en Ontwikkeling, het vakblad voor HRD-professionals)

Hoe de autonome teamontwikkeling bij te sturen? Hoe van teamontwikkeling een bewust leerproces te maken?
In de literatuur over teamontwikkeling worden veel effectiviteitkenmerken benoemd. Wat opvalt is een bijna rigide scheiding tussen een procesmatige manier van naar teams kijken en een functioneel perspectief. De procesmatige bril focust zich op groepsdynamische thema’s als verantwoordelijkheid, communicatie, besluitvorming, macht.

De functionele bril is gericht op thema’s als taak, structuur, inrichting. In 2006 jaar hebben Jaco van der Schoor en Margreeth Kloppenburg beide perspectieven samengevoegd en geïntegreerd. Zo zijn zij gekomen tot 4 punten die hun inziens van doorslaggevend belang zijn voor het succes van teams. Deze punten noemen zij De 4 Dimensies van Effectieve Teamontwikkeling:

  1. Bestaansrecht: hiervoor zijn wij bij elkaar
  2. Inrichting: zo zijn wij georganiseerd
  3. Dynamiek: zo werken wij samen
  4. Omgeving: dit is het krachtenveld

De 1e Dimensie: Bestaansrecht

Uitspraken van teams die worstelen met hun bestaansrecht:

  • “In ons team zijn we niet in staat onze eigen toegevoegde waarde te formuleren”.
  • “In ons team vinden we niet allemaal hetzelfde belangrijk”
  • “Of ze het nu leuk vinden of niet; we gaan die kant op en ze moeten wel mee”
  •  “Hoe voorkom ik dat al onze intenties verzanden en  in een bureaula verdwijnen?”

Een team heeft alleen recht van bestaan als dat team in staat is toegevoegde waarde te leveren voor de organisatie. Een team kan dat realiseren door geformuleerde doelen om te zetten naar concrete, meetbare en planbare resultaten. Door het helder maken van de doelen en resultaten maakt het team zichtbaar wat het kan bijdrage aan de organisatie als geheel.

Een effectief team formuleert niet alleen doelen en resultaten maar bewaakt ook de voortgang en evalueert op gezette tijden de resultaten en leert van die evaluatie.

De 2e Dimensie: Inrichting

Uitspraken van teams die worstelen met hun inrichting:

  • “De informatie is versnipperd over mijn teamleden. Hoe houd ik dat bij elkaar?”
  • “Moet ik het werk verdelen in twee kleinere teams of juist niet?”
  • “Wij hebben een prachtige planning. Maar niemand houdt zich eraan.”        
  • “Mijn mensen zijn meer tijd kwijt aan allerlei projecten dan aan hun eigen werk”.
  • “Als mensen vertrekken raak ik ook hun kennis kwijt”
  • “ In onze organisatie wordt meer overlegd en dan gewerkt. Is dat normaal?”

Om de doelstellingen te realiseren moet het team op een bepaalde manier ingericht worden. Uitgangspunten hierbij:

  • Het team heeft een  duidelijke taak

De taak is helder omschreven en afgebakend, teamleden kunnen zelfstandig werken en de taak bevat voldoende variatie.

  • het team klopt qua samenstelling

De teamleden die de afgesproken taken en activiteiten uitvoeren zijn toegerust met de juiste inhoudelijke expertise; hebben competenties en kwaliteiten die aansluiten bij hun taken en benutten de aanwezige kwaliteiten maximaal.

  • Het team heeft een eigen teamstructuur

In een effectief team zijn informatiestromen goed georganiseerd. Kennis wordt gedeeld en de verschillende overlegvormen ondersteunen de uitvoering van de taak.

De 3e Dimensie: Dynamiek

Uitspraken van teams die worstelen met hun dynamiek:

  • “Tijdens onze werkoverleggen praat iedereen door elkaar.”
  • “Was ons team net lekker op dreef gaan er twee belangrijke mensen weg. Moet ik nu weer helemaal opnieuw beginnen?”
  • “In mijn team zit één notoire dwarsligger. Hoe ga ik daarmee om?”
  • “Er is de laatste tijd veel haat en nijd binnen ons team. Wat moet ik doen?”
  • “Er wordt erg veel geroddeld, ik wil graag een open en eerlijke cultuur.”
  • “Iedereen komt met al z’n vragen bij mij. Ik wil graag dat ze zelfstandiger gaan werken”.

In het begin van dit artikel hebben we de fases van de autonome teamontwikkeling geschetst. Wat we zagen is dat in elke fase in de teamontwikkeling de teamleden verschillende behoeftes hebben. Effectief leiderschap vraagt van de teamleider dat hij zijn stijl aanpast aan die behoeftes. Ook de wijze van communiceren, het omgaan met conflicten en de besluitvorming verlopen anders in de verschillende ontwikkelingsstadia.

De 4e dimensie: Omgeving

Uitspraken van teams die worstelen met hun omgeving:

  • “Hoe krijg ik ons teamplan nu geaccepteerd bij de directie?”
  • “Wat zouden onze klanten vinden van onze nieuwe productlijn?”
  •  “Ons team is zo druk aan het werk dat het soms lijkt alsof we vergeten voor wie we het doen”.
  • “Wij worden stelselmatig tegengewerkt door bepaalde afdelingen binnen onze organisatie. Zo kunnen wij onze doelen toch nooit halen.”

Het team opereert natuurlijk niet in een vacuüm. Integendeel, teams zijn afhankelijk van anderen binnen en buiten de organisatie en anderen zijn weer afhankelijk van het team. Een goed functionerend team kent de afhankelijkheden en is in staat die afhankelijkheden te beïnvloeden.

Afhankelijkheid gaat over:

  • het nemen van besluiten.
  • het verkrijgen van informatie
  • Het verkrijgen van (hulp)middelen
  • Het afstemmen van belangen
  • Het bereiken van de afzetmarkt.